X
GO

Ontwikkelingsstof

Vrijeschool opvoedkunst gaat over de ontwikkeling van jonge mensen. Elk leerjaar staat in het teken van een jaarkarakteristiek. Deze jaarkarakteristieken zijn ontstaan vanuit de ontwikkelingsfasen van de opgroeiende leerling en zullen in al onze lessen in meer of mindere mate zichtbaar zijn. De lesstof wordt gezien als een middel waaraan de jonge mens zich kan ontwikkelen. Vandaar de term ontwikkelingsstof.

Alle examenvakken worden aangeboden in vaklessen. Daarnaast vormen kunstzinnig en praktisch gerichte vakken een belangrijke aanvulling op het lesprogramma. Door deze vakken worden ook andere kwaliteiten en competenties aangesproken die in het leven van belang zijn. Naast deze lessen wordt in de ochtenduren op thematische wijze onderwijs aangeboden. De thema’s van dit periodeonderwijs, ook het hoofdonderwijs genoemd, zijn ontstaan vanuit de jaarkarakteristieken.


Jaarkarakteristieken

‘Het uitgangspunt is dat het didactische en het pedagogische altijd met elkaar verbonden zijn. En wel zo dat de didactiek van een docent wordt ingegeven door pedagogische vraagstukken. Wat heeft dit kind nu nodig om een stap te kunnen zetten? Wat heeft deze klas nodig om met elkaar op een prettige en constructieve manier samen te werken? Vanuit de antwoorden die je formuleert op dit soort vragen, kom je tot keuzes voor bepaalde didactische vormen of lesactiviteiten.’

Vereniging van Vrijescholen


  • 7e klas
  • 8e klas
  • 9e klas
  • 10e klas
  • 11e klas
  • 12e klas

Jaarkarakteristiek klas 7

Een zevende klasser maakt de overstap van het basis naar het middelbaar onderwijs. Opeens is alles weer wennen en nieuw en staat de leerling open voor ontdekkingen. Met een zekere onbevangenheid en verwondering benadert hij/zij de wereld.

Dit jaar staat in het teken van de ontdekkingsreizen; het leren kennen van nieuwe werelden. De zevende klasser kijkt tijdens het periodeonderwijs mee over de schouders van de renaissancemens. In de kunstvakken doen we een appèl op de eigen fantasiekrachten. De lesstof bieden we, via de logica, op een beeldende manier aan.

Bij een zevende klasser zien we de wil om te werken. Er ontstaat een wakkerheid voor feiten (waarnemen) en een eerste aanzet tot abstraheren. De vraag aan ons is om concreet te blijven. Astronomie, algebra en perspectief tekenen sluiten hier op aan. De negatieve getallen, ofwel de wereld achter ons, bieden we aan door middel van bewegingsonderwijs. Deze nieuwe ervaringen roepen vragen op en maken dat onze zevende klasser nieuwsgierig door de school stapt.

Het verkennen van grenzen en ontdekken van nieuwe mogelijkheden maken dat het eerste begin tot oordeelsvorming (redeneren) is aangezet. Er ontstaat de behoefte zich af te zetten terwijl tegelijkertijd ook de behoefte blijft aan de vertrouwde autoriteit van de docent.

Jaarkarakteristiek klas 8

Een achtste klasser behoort nog tot de middenbouw. De school is al vertrouwd, de eerste grenzen zijn ontdekt en deze reis zet zich voort op zoek naar helderheid en vertrouwen. De interesse in de wereld benadert hij/zij breder, hoewel nog steeds meer vanuit ‘het voelen’ dan vanuit ‘het denken’.

Dit jaar staat in het teken van vaste structuren. Met extra aandacht voor de grammatica in de talen, het skelet in de biologie, het geraamte van de wiskunde en de algebraïsche rekenregels. Dit biedt de achtste klasser houvast in zijn zoektocht waar niet zozeer ‘het waarom’ maar vooral ‘het hoe’ interessant gevonden wordt. Feiten wekken de belangstelling. Vanuit deze interesse worden de eerste verbanden gelegd.

Onderweg naar zelfbewustzijn en op eigen benen willen staan, ontwaakt het oordeelsvermogen en wordt er graag een mening gegeven over van alles en nog wat. Soms tref je een achtste klasser stampvoetend in de wandelgangen.

Bij een achtste klasser zien we dat de wil zich steeds beter kan richten, maar dat hij/zij nog geholpen mag worden om door te zetten en af te maken. De waarneming verscherpt en het abstracte denken begint zich te vormen. Op zoek naar verandering loopt hij/zij steeds regelmatiger tegen de eigen stemmingswisselingen aan. Een achtste klasser durft zich af te zetten tegen de vertrouwde autoriteit. . Dit alles duidt erop dat de stap naar de pubertijd gemaakt gaat worden.

Jaarkarakteristiek klas 9

Een negende klasser stapt uit de kindertijd de bovenbouw in. Er ontstaat een grote drang naar zelfstandigheid. Hij/zij vecht zich vrij vanuit een groeiend verzelfstandigde gevoelswereld op zoek naar een nieuwe verhouding tot de buitenwereld. Dit schept beweging, chaos en disharmonie.

Dit jaar staat in het teken van tegenstellingen en de verhoudingen van de binnen- en buitenwereld. In de lesstof pendelen wij tussen het denken en het doen. Vanuit de sympathie en antipathie nemen wij de negende klasser mee in de lesstof. Humor zetten we in als pedagogisch middel om de sfeer te verluchtigen en te leren relativeren. Hij/zij leert het denken kennen als middel om structuur aan te brengen in de eigen chaos.

Het eigen oordeelsvermogen ontwaakt en uit zich in een neiging tot zwart-wit denken, zonder nuances. De negende klasser leeft in uitersten en is nogal fysiek gericht in zijn confrontatie met zijn omgeving. Het is in deze fase dat onze leerlingen te vinden zijn bij opstootjes in de vrije ruimte.

In de onzekerheid zoekt een negende klasser steun en bevestiging in de groep. De docent is niet meer de vanzelfsprekende autoriteit, maar moet deze positie verdienen door zijn vakkennis en hoe hij zich als mens manifesteert.

Jaarkarakteristiek klas 10

Een tiende klasser krijgt meer kracht en vorm in het eigen innerlijke leven. In het oordelen ontstaat ruimte voor nuances, harmonie en ritme. Er is meer rust en een nieuwe, innerlijke, motivatie om te leren ontspringt. Dit zien wij vaak terug in de verzorging van het werk.

Dit jaar staat in het teken van het denken en de theoretische kaders. Het accent verschuift van kennis naar inzicht. De aandacht ligt op de grote lijnen en verbanden. Het is belangrijk om de theorie en werkelijkheid met elkaar te verbinden. Dat wat vanuit het denken is ontwikkeld, blijkt ook in de wereld te verschijnen. Vanuit een theoretisch kader wordt de werkelijkheid waargenomen, begrepen en beheerst. De jonge mens ontwikkelt een zekere objectiviteit ten opzichte van de omgeving. Vanuit het impressionisme ontstaat weer ruimte voor kleur en vorm.

Bij een tiende klasser zien we dat hij/zij het oordeel meer naar binnen neemt en het denken als een innerlijke beweging ervaart. Door deze kloof tussen de binnen- en buitenwereld zijn eenzaamheidsgevoelens kenmerkend. Een tiende klasser ontmoeten we melancholisch sloffend door onze wandelgangen.

De tiende klas is in zekere zin afsluitend “Ik kan nu van alles en als ik verder ga, wordt het alleen maar meer van hetzelfde”. Pas in het volgende leerjaar blijkt dat toch iets anders te liggen. Er ontstaat interesse in de mens achter de docent en een tiende klasser ontdekt dat deze mens niet zijn vak is maar dat er een vakman in de klas staat.

Jaarkarakteristiek klas 11

Een elfde klasser stapt als zelfstandig waarnemer in de waarnemingswereld. Denken en oordeelsvorming veranderen van karakter. Het oordeel wordt persoonlijker. Er ontstaat meer inlevingsvermogen en respect voor andere dan de eigen normen en waarden. De innerlijke motivatie groeit sterker en idealen worden zichtbaar.

Dit jaar staat in het teken van de zoektocht in de weging van eigen en andermans opvattingen. De beoordeling van de waargenomen wereld hangt af van het standpunt dat je als waarnemer inneemt. Het oordeel zegt niet alleen iets over de waargenomen wereld, maar ook over de waarnemer zelf. Het middeleeuwse verhaal van de ridder Parcival staat centraal als spiegel voor de eigen zoektocht van de leerling. In de kunst is sprake van een meer persoonlijke interpretatie van de werkelijkheid (expressionisme).

Door deze ontdekkingen ervaart een elfde klasser ook eigen beperkingen waarmee hij/zij mag leren omgaan. Het gegroeide oordeelsvermogen maakt inzicht en keuzes mogelijk. De eigen wil ontwaakt. Een elfde klasser zien wij met rechte schouders door onze school wandelen.

De keuze voor de vrijeschool (of niet) wordt nu echt een eigen keuze. Wie het alleen om een diploma gaat, kan dit elders wellicht met minder moeite halen. Er ontstaat een meer gelijkwaardige verhouding tussen leerling en docent. Een elfde klasser zoekt naar gespreksstof met de volwassene over waar zij zelf staan ten opzichte van de wereld.

Jaarkarakteristiek klas 12

Een twaalfde klasser stapt als jong volwassene in het laatste schooljaar en houdt zich enerzijds bezig met overzicht en afronding, anderzijds met verdieping en doordringen tot de essentie. Hij/zij ontdekt zichzelf als zelfstandig individu middenin de wereld en oriënteert zich op de vraag wat hij/zij kan bijdragen aan de omgeving.

Dit jaar staat in het teken van metamorfose. Het idealisme uit de elfde klas aardt zich. De twaalfde klasser mag idealen en realiteit met elkaar in overeenstemming brengen. De vraag naar het wezenlijke van de dingen speelt op en kan bijna een soort scheppend proces zijn. Eigen initiatieven, ontwerpen en projecten wekken vertrouwen in en geven zicht op het eigen kunnen. De ontwikkelingsstof van de periodevakken is beschouwelijk getint.

Deze jongvolwassene krijgt het vermogen om creatief en scheppend met de lesstof om te gaan. Zoekend naar een eigen oordeel verdiept hij/zij zich in diverse wereld- en maatschappijbeelden. Met een open blik beweegt de twaalfde klasser zich door de school.

De twaalfde klasser zal de docent steeds meer als mens ontmoeten en zijn nieuwsgierigheid zal hem biografische vragen doen stellen. Wie ben jij? Waarom sta jij voor de klas? Heb je ooit iets ander gedaan of gewild?